Top 11 Fouten om te Vermijden bij het Kweken van Wiet

Cannabis is over het algemeen een makkelijke plant om te kweken. Dat wil echter niet zeggen dat alles altijd perfect gaat. Zelfs bij ervaren kwekers gaan van tijd tot tijd weleens dingen mis. Door echter te leren van voorkomende kweekfouten en hoe ze te vermijden, kun je rekenen op een overvloed aan vette toppen als het tijd is om te oogsten.

Warmte, pH en bewatering zijn allemaal dingen om rekening mee te houden. Maar we hebben het belangrijkste punt onderaan deze lijst gezet: licht! Wietplanten hebben dit nodig om energie aan te maken en te floreren. Aan het eind van dit artikel weet je wat de beste manier is om je planten van licht te voorzien.

1. NIET WETEN WAT JE KWEEKT

Stel: Iemand geeft je een zakje zaden van ‘geweldige wiet’ die jij mag gaan kweken. Je bent blij, omdat je daarmee geld hebt bespaard. Het probleem is echter dat je niet weet van welke soort de cannabiszaden zijn. Zijn ze afkomstig van een sativa, indica of autoflower? Daarmee begin je al niet goed.

Het punt is dat niet alle wiet hetzelfde is. Er zitten grote verschillen tussen cannabiszaden wat betreft groeikarakteristieken. Een indica-autoflower gedraagt zich bijvoorbeeld anders dan een kieskeurige fotoperiode sativa. Sommige strains zijn wellicht geschikt om te kweken in een kouder klimaat, maar andere hebben een zonnige omgeving nodig. Bepaalde soorten vereisen veel voedingsstoffen, terwijl andere genoeg hebben aan een beetje. Je snapt ons punt.

Kort gezegd, is het belangrijk dat je weet wat je aan het kweken bent. Bestel je zaden bij een betrouwbare leverancier, zoals Royal Queen Seeds, dan hoef je je geen zorgen te maken over wat je kweekt. Wij informeren je over de verwachte bloeiperiode en welke voeding een strain nodig heeft. Ook vertellen we hoeveel deze opbrengt en bieden we andere belangrijke informatie. Dat is essentieel als je met succes wilt kweken!

2. SLECHTE ONTKIEMING

Soms gaat het al mis voordat de zaden nog maar de kans hebben gehad zich te ontwikkelen. Kwekers maken af en toe namelijk ook fouten bij het ontkiemen.

Dit hebben cannabiszaden nodig om te ontkiemen:

• Donkere en vochtige (maar niet natte) omgeving

• Temperatuur van 22–25°C

• Relatieve luchtvochtigheid van tussen de 70 en 90%
• Fluorescerende verlichting, maar een vensterbank kan ook
• Geen aanraking (kans op beschadiging of verontreiniging)

• De juiste pH-waarde (5,8–6,2) als je steenwol gebruikt

ONTKIEMINGSMETHODES

Er zijn meerdere methodes voor het ontkiemen van cannabiszaden. Daarbij is er niet echt eentje beter dan de andere. Toch adviseren wij je om de zaden direct in de grond te ontkiemen. Of beter nog, gebruik de Starter Kit van RQS. Dan voorkom je het riskante deel: het verplanten van ontsproten zaden, waarbij je ze mogelijk beschadigt.

• Glas watermethode

Vul een glas voor de helft met lauwwarm (22°C) water en doe je zaden erin. Na ongeveer 3–5 dagen moeten de zaadjes zijn ontkiemd. Daarna doe je ze (voorzichtig!) in de voorbereide potjes met aarde.

• Keukenpapiermethode

Leg een paar vellen absorberend papier (keukenpapier of koffiefilters) op een plat oppervlak, zoals een bord. Leg je zaden op het papier met een beetje ruimte ertussen. Bedek ze met meerdere vellen papier. Maak het papier vochtig en zorg ervoor dat het niet opdroogt. Na een paar dagen zie je dat er spilwortels van 2–3mm zijn ontsproten. Verplant de zaailingen vervolgens naar de zaailing-potjes.

• Ontkiemen in steenwol

Deze methode is gebruikelijk als je met een hydrocultuur werkt. Dompel de blokken steenwol onder in water met een lage pH-waarde. Leg ze vervolgens in een plastic bak met deksel. Doe je zaden in de gaten van de blokken. De zaadjes moeten binnen enkele dagen ontkiemen. Doe de blokken steenwol met je zaailingen in de potten met grond als er aan de onderkant wortels uitkomen.

• Rechtstreeks in de grond ontkiemen

Vul een kleine zaailing-pot met onbemeste of ‘light’ potgrond. Maak een klein gaatje van ongeveer 1cm diep en doe er een zaadje in. Bedek het met een beetje grond. Geef wat water en bedek de zaailing-pot met vershoudfolie voor vochtbehoud. De zaden zouden binnen een aantal dagen moeten ontkiemen.

• Starter Kit van RQS

De Starter Kit van RQS bevat alles wat je nodig hebt om je cannabiszaden de beste en veiligste start te geven. Er zit een kweekbak bij, verlichting, Easy Start-zaailing-potten, perliet en nuttige bacteriën voor de ontkieming en groei. Ook zitten er drie populaire cannabiszaden in, dus je kunt meteen beginnen! Als je zaailingen 2–3cm groot zijn, knip je de potten open en verplant je de zaailingen naar hun groeimedium.

3. NIET DE GOEDE GROND GEBRUIKEN

• Gebruik potgrond niet opnieuw

• Gebruik geen grond zonder voedingsstoffen

• Gebruik geen verontreinigde grond (schimmels, plagen, etc.)

Niet de juiste grond gebruiken is ook een vaak gemaakte fout. Maar wat is dan de ‘juiste’ grond voor het kweken van wiet? We gaan een kijkje nemen.

• Het zou licht en luchtig moeten zijn

Goede grond voor cannabis heeft een lichte, luchtige structuur en het liefst zit er wat perliet doorheen. Daardoor zorg je voor optimale drainage en zijn de wortels in staat ongehinderd te groeien. Cannabis doet het niet goed in grond die te stevig is. 

• Het zou voedingsstoffen moeten bevatten

De meeste cannabisgrond, met uitzondering van speciale grondmengsels voor vermeerdering en zaailingen, is al bemest. Daarmee hoef je geen voedingsstoffen toe te voegen, tot een aantal weken in de groeifase. Soms hoef je zelfs pas voeding te geven als je cannabisplanten gaan bloeien. Is een groeimedium om wat voor reden dan ook niet bemest? Geef dan vanaf het begin voedingsstoffen aan je planten.

• Er mogen geen verontreinigingen in zitten

Gebruik geen grond uit je tuin of andere aarde van twijfelachtige kwaliteit, zoals oude, hergebruikte grond van een eerdere kweek. Soms zitten hier namelijk verontreinigingen in, zoals schimmels of plagen. Met goede potgrond van betrouwbare merken loop je dergelijke risico’s niet.

Als je echt je grond wilt hergebruiken, vul het dan aan met verse voedingsstoffen. Weet ook zeker dat de aarde geen verontreinigingen bevat.

4. GEEN GOEDE POTTEN GEBRUIKEN

Het lijkt misschien niet zo belangrijk specifieke potten te gebruiken voor je wiet, maar dat is het wel degelijk. Houd rekening met het onderstaande:

• De juiste maat

Als de pot te klein is, beperkt dat de groei van de wortels en dus van de plant. Is de pot te groot, dan bestaat de kans dat je teveel water geeft en schimmels en wortelrot ontstaan.

Aanbevolen potmaten:

• 0–3 weken: wortel-cube
• 2–6 weken: pot van
• 10cm 6–8 weken: 10l
• Autoflowers: 12l
• 2–3 maand: 14l
• 3–8 maand: 22l
• 8–16 maand: 45l

• Goede drainage

Je plantpotten zouden voor goede drainage moeten zorgen. Meestal zitten er al gaten onderin de pot. Als dit niet zo is, wat soms voorkomt bij standaard plastic potten, maak ze dan zelf. Zorg voor minimaal 5 openingen, elk ongeveer ter grootte van een cent. Zolang de aarde er niet uitvalt, zit je goed.

Als alternatief voor plastic potten is het ook mogelijk textiele potten (smart pots) of ‘air pots’ te gebruiken. Wil je meer weten over de verschillende soorten potten, lees dan ons artikel hierover.

5. VERKEERD GEHALTE VOCHT VOOR ZAAILINGEN

Zaailingen zijn gevoelig en reageren niet goed op kweekfouten, zoals onjuiste gehaltes vocht in de grond en lucht. In beide gevallen kunnen je plantjes vroegtijdig sterven.

• Te laag gehalte vocht

Zorg voor een relatieve luchtvochtigheid van 65–70% (gebruik een koepeltje bij zaailingen en tijdens het ontkiemen). Houd de grond bovendien vochtig, maar niet nat.

• Te hoog gehalte vocht / teveel vocht

Een te hoog gehalte vocht is ook slecht voor zaailingen. Is het gehalte te hoog of geef je ze teveel water? Dan leidt dat soms tot de gevreesde kiemplantziekte. Dat is een dodelijke schimmelinfectie. Zaailingen worden hierbij zwak en gaan hangen. Bovendien kun je daarbij niets doen om ze te redden. Voorkom dus een te hoog gehalte vocht en overmatige bewatering. Zorg bovendien voor een steriel medium als je gaat ontkiemen.

6. TEVEEL VOEDING EN WATER GEVEN

• Teveel water geven

Teveel water geven is erger dan je planten incidenteel te weinig geven. Ze herstellen namelijk vaak wel van droge omstandigheden. Als ze echter steeds teveel water krijgen, komt er niet genoeg zuurstof bij de wortels. Daardoor ontstaan problemen, zoals schimmels en wortelrot. Laat de grond altijd een beetje uitdrogen tussen waterbeurten door. Minder regelmatig water geven is beter dan teveel bewateren!

• Teveel voeding geven

Mensen houden van hun wietplanten; daarom denken ze soms dat meer geven goed is. Maar helaas, dat is niet het geval. Teveel voeding leidt soms tot voedingsverbranding of nog erger; een blokkade van voedingsstoffen door opgehoopte mineralen in de grond. In dat geval spoel je de grond door met water. Daarna begin je van voren af aan met voeden om de pH te herstellen. Kortom: geef je planten niet teveel voeding!

7. DE PH-WAARDE NIET IN DE GATEN HOUDEN

Het monitoren van de pH-waarde is belangrijk. Cannabis is namelijk alleen in staat voedingsstoffen op te nemen bij bepaalde waarden. Als de pH-waarde te hoog of te laag is, worden je planten ziek.

Correcte pH-waarden

• Grond: 6–7

• Hydrocultuur en zonder grond: 5,5–6,5

Met producten die de pH-waarde naar boven of naar beneden corrigeren, is het mogelijk het water een optimale pH te geven. Zorg ervoor dat je een pH-meter hebt of druppels om de pH-waarde te meten!

8. NIET ZORGEN VOOR DE JUISTE VENTILATIE

Zeker als je binnen kweekt, kan het ontbreken van de juiste ventilatie zorgen voor talrijke problemen, waaronder schimmels. Voor kleine kweekruimtes is een eenvoudige staande ventilator vaak voldoende. Daarmee zorg je voor een milde bries. Bij grotere kweekruimtes heb je echter meer apparatuur nodig om ervoor te zorgen dat de lucht steeds in beweging blijft.

Als je buiten kweekt, is de luchtcirculatie meestal geen probleem. Let hier echter wel op andere dingen. Bescherm je planten allereerst tegen dieven. Doe dit bijvoorbeeld door gezelschapsplanten te planten bij je cannabis. Daarmee is het mogelijk je cannabisplanten te verbergen en de geur te maskeren. Je kunt ook cannabisstrains kiezen die van nature klein zijn en uit het zicht blijven. Ontdek meer over heimelijk buiten kweken in onze blog over het beschermen van je cannabisplanten tegen dieven.

9. HITTESTRESS

Hittestress kan zowel binnen als buiten groeiproblemen veroorzaken.

• Binnen

Een veelvoorkomende oorzaak van hittestress: lampen die te dicht op het bladerdak hangen. Als je brandplekken ziet, zoals gekrulde, verwelkte en bruine bladeren bovenaan de plant, plaats je kweeklampen dan verder weg.

• Buiten

Als je buiten kweekt in een heet en zonnig klimaat, dan kan hittestress ook problemen geven. Zorg ervoor dat je planten schaduw hebben, met name rond de middag. Maak een afdakje of kies een plek uit met natuurlijke schaduw om je cannabisplanten tegen de hitte te beschermen.

10. TE VROEG OF TE LAAT OOGSTEN

Ook al is elke fase tot aan de oogst fantastisch verlopen, de laatste (en frustrerendste) fout die je alsnog kunt maken, is te vroeg of te laat oogsten. Je wilt de toppen niet afknippen voordat ze hun optimale kracht hebben bereikt. Je wilt ze echter ook niet te lang laten hangen.

HOE WEET JE DAT HET TIJD IS VOOR DE OOGST?

De betrouwbaarste manier om te bepalen of het tijd is voor de oogst, is het controleren van de kleur van de kleine trichomen op je toppen. Daarvoor heb je een loep of microscoop nodig. Bestudeer de toppen zorgvuldig!

• Veel te vroeg: Alle trichomen zijn helder. Het duurt nog weken voordat je kunt oogsten.

• Nog steeds vroeg: De meeste trichomen zijn wit en wolkig. De THC-productie neemt nu geleidelijk toe en je wilt waarschijnlijk nog iets langer wachten.

• Beste tijd om te oogsten: De trichomen zijn wolkig wit en een klein deel (10–20%) krijgt een amberkleurige tint.

• Te laat: De meeste trichomen zijn rood-/amberkleurig en er zijn geen witte trichomen meer. Hierbij ziet je cannabisplant er ‘uitgeleefd’ uit en zijn de meeste bladeren geel of verwelkt.

11. Niet Genoeg Licht

Zonder licht zullen wietplanten heel snel sterven. Ze hebben dit namelijk nodig om belangrijke koolhydraten te creëren, die ze als energiebron gebruiken. Als fotonen de bladeren raken, zetten kleine organellen, bekend als chloroplasten, het licht in energierijke suikers om.

Om deze reden moeten kwekers hun planten van de juiste hoeveelheid licht voorzien. Een tekort beïnvloedt de groei en opbrengst negatief. Bij juist een teveel aan licht zullen fotoperiode planten niet bloeien. Daarnaast merk je dit behoorlijk aan je energierekening als je binnen kweekt.

Nu we het toch hebben over binnenteelt: we raden je aan te investeren in een goede ledlamp en een timer. Stel de timer tijdens de vegetatieve fase in op een schema van 18/6. Als je fotoperiodieke wietplanten kweekt, moet je het lichtschema aanpassen naar 12/12 om de bloei op te wekken.

Ben je van plan buiten te kweken? Dan hoef je je geen zorgen te maken over het veranderen van de lichtcyclus. Zoek simpelweg een zonnig plekje in je tuin of op je balkon om aan de behoeften van je planten te voldoen. Als dit mogelijk is, zet ze dan op het zuiden, waar ze minimaal acht uur zonlicht per dag ontvangen.