.
Ons DNA als de oorzaak van onze verschillende reacties op wiet
Het is een raadsel dat al lang rondwaart in het rokerswereldje: Waarom kan de ene stoner in een keer stash voor een week oproken en niet omvallen, terwijl anderen na een paar trekjes al omkieperen? Is het tolerantie, de lunch of is er meer aan de hand? Lees verder en ontdek waarom iedereen anders op cannabis reageert.
ER IS ALTIJD WEL IEMAND DE SIGAAR
Tot de beste herinneringen behoren die feesten waarop een bong rondgaat. Voor je het weet, staat de kamer blauw van de rook en gaat iedereen uit z'n dak. Behalve die ene persoon. Degene die te enthousiast is geweest en beweert een buitenlichamelijke ervaring mee te maken.
Dit resulteert doorgaans in een hoop gelach en grappenmakerij over de persoon die de sigaar is. Toch blijkt dat diegene er niets aan kan doen. Tolerantie, geestesgesteldheid en zelfs fysieke gezondheid spelen een grote rol bij hoe je reageert op cannabinoïden. Er is echter een verschil dat we allemaal gemeen hebben: een uniek DNA.
WAARIN VERSCHIL JE VAN JE VRIENDEN?
Ons DNA definieert wie we zijn. Of we nu bruin of blond haar hebben, klein of groot zijn - iedereen is een beetje anders. Onze genen bestaan uit een combinatie van DNA die we van onze ouders meekrijgen. Vaak zijn delen van ons DNA kopieën van de genetische code van onze ouders. Tenzij het genetische mutaties bevat. Niet in die mate dat je over huizen kunt springen of onzichtbaar kunt worden, maar eerder dat je de effecten van wiet diepzinniger ervaart.
Onderzoek[1] heeft aangetoond dat deze mutaties zich soms uitbreiden tot een bepaald gen dat je cognitie beïnvloedt in aanwezigheid van THC. Mensen met een "functioneel polymorfisme" in het COMT Val-gen hebben meer last van geheugenverzwakking door THC. Dragers van het COMT Met-gen blijven echter onaangetast. Waarom cannabis zo onderhevig is aan DNA-variaties? Het antwoord ligt in de manier waarop de substantie op ons lichaam inwerkt.
DE GROTE ROL VAN ONS ENDOCANNABINOÏDE SYSTEEM
Ons endocannabinoïde systeem bestaat uit endocannabinoïden (endogeen geproduceerde cannabinoïden) en een omvangrijk netwerk van cannabinoïdereceptoren. Deze receptoren bevinden zich door heel het immuunsysteem, de spijsverteringsorganen, het centraal zenuwstelsel en bepaalde hersengebieden. Endocannabinoïden hebben gelijksoortige effecten als hun fytocannabinoïde nichtjes (THC, CBD). Afhankelijk van de genetische structuur van de cannabinoïde en de locatie van de receptor, varieert de biologische uitwerking. Daarom word je van THC wel high en van CBD niet. Tetrahydrocannabinol brengt een reeks andere receptoren in beroering.
Bekijk het endocannabinoïde systeem maar als een schakelaar. Zou deze alleen geactiveerd worden door THC als je cannabis rookt? Dan zou je simpelweg alleen high worden. Dat klinkt eenvoudig. Voeg nu schakelaars toe op verschillende locaties. Al deze schakelaars activeren alleen als er een bepaalde cannabinoïde aanwezig is. Stel je voor dat het zo gaat als je cannabis consumeert. Dan is het eenvoudig te begrijpen waarom iedereen zich anders voelt, toch? Cannabis gaat gepaard met het aanzetten van meerdere schakelaars in het endocannabinoïde systeem. Deze staan allemaal onder invloed van DNA-variaties, zoals het eerder vermelde COMT-gen.
Ook onderzoek[2] uit 2016 toont aan dat de zeldzame genetische mutaties van hierboven het endocannabinoïde systeem beïnvloeden. Voorlopige bevindingen laten zien dat "zeldzame genetische variaties" in het systeem soms leiden tot de aanmaak van meer endocannabinoïden. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat mechanismen beter omgaan met angst en depressie.
DE ALGEMENE EFFECTEN VAN CANNABIS
De verschillen, doorgegeven door het DNA van onze ouders, en de kans op minieme mutaties, betekent dat iedereen, niemand uitgezonderd, iets anders reageert op het roken van cannabis. Natuurlijk zijn er ook overeenkomstige, algemene effecten.
Deze effecten bestaan onder meer uit een toegenomen eetlust, euforische gevoelens, bloeddoorlopen ogen en dufheid. Met zoveel factoren die een rol spelen bij hoe we ons voelen als we blowen, is er echter maar weinig voor nodig om de weegschaal te doen overslaan van je goed voelen naar veel te high zijn. Sommige onderzoekers[3] suggereren dat genetische variatie het risico op een psychose bij cannabisgebruikers verhoogt. Ook anekdotisch bewijs claimt een aangewakkerd gevoel van paranoia of angst bij cannabisgebruik. De waarheid is dat het vanwege de vele beïnvloedingsfactoren niet mogelijk is te bepalen hoe jij op cannabis reageert.
Het maakt hierbij niet uit of het nu je eerste rokertje is of dat je een nieuwe cannabis strain wilt testen. Misschien rook je wel na een dag vol stress op je werk, terwijl je doorgaans wiet rookt in gelukkiger tijden. In elke situatie is het mogelijk dat je reactie op cannabis anders is. Het is belangrijk dat je rustig begint en even de kat uit de boom kijkt. Voel je je eenmaal prettig als je onder invloed bent, experimenteer dan pas verder.
De volgende keer dat jij de sigaar bent en out gaat, zeg je je vrienden dat je er niets aan kunt doen. Het komt deels door je genen!
- SAGE Journals: Your gateway to world-class journal research https://journals.sagepub.com
- Rare genetic variants in the endocannabinoid system genes CNR1 and DAGLA are associated with neurological phenotypes in humans https://www.ncbi.nlm.nih.gov
- Featured news - Gene could help identify psychosis risk in cannabis users - University of Exeter http://www.exeter.ac.uk