By Max Sargent


Belangrijkste punten:

  • Cannabis kan niet ‘teveel licht’ krijgen.
  • Met de juiste kennis kun je lichtstress makkelijk herkennen.
  • Verbranding door licht is makkelijk op te lossen.
  • Zolang je op tijd handelt, zal lichtstress geen blijvende schade opleveren.
Twee afbeeldingen van een cannabis-kweekruimte, met planten met groene bladeren en toppen, verlicht door fel licht in een kleine, afgesloten ruimte.

Lichtstress is een fenomeen dat vooral optreedt bij wietplanten die binnen worden gekweekt. In deze omgeving moet je als kweker zorgen voor de juiste balans tussen verschillende factoren, waaronder de afstand van de groeilamp tot het bladerdak en de intensiteit van het licht. Hang je je lamp te dicht op je wietplanten, dan neemt de kans op verbranding toe. Maar als de afstand te groot is, zullen de planten niet goed gedijen en te veel naar de lichtbron toe groeien.

Misschien ben je een beginnende kweker en benieuwd naar de beste manier om lichtstress aan te pakken, of heb je al veel ervaring als wietkweker en wil je je kennis verdiepen. Hoe dan ook zit je helemaal goed, want hieronder leer je alles wat je moet weten over lichtverbranding!

Om te beginnen, moet je weten dat het voor planten eigenlijk niet mogelijk is om ‘teveel licht’ te krijgen; fotonen zijn het probleem niet. Het probleem van lichtstress ontstaat namelijk door een disbalans tussen verlichting en andere belangrijke factoren. Zo nemen de behoefte aan water, koolstofdioxide en voedingsstoffen toe naarmate de lichtintensiteit toeneemt.

Als je een te krachtige lamp boven je planten hangt, maar vergeet om deze dingen aan te passen, loop je vanzelf tegen problemen aan (in de vorm van lichtstress). Daarbij is het vooral de hitte die de lamp produceert, en niet de fotonen zelf, die tot verbranding leidt. Positioneer je lamp dus goed, anders worden je planten uiteindelijk krokant gebakken.

Nu dat duidelijk is, gaan we eens kijken naar de tekenen van lichtstress, hoe je dit probleem aanpakt en hoe je het kunt voorkomen.

Tekenen dat je wietplanten teveel licht krijgen

Hoe kun je bij cannabis verbranding door licht of lichtstress herkennen? Als je weet waar je op moet letten, kun je deze problemen redelijk snel identificeren. Om lichtstress bij wiet op te merken, moet je op de volgende dingen letten.

  • Verbleekte toppen

Een van de meest herkenbare tekenen van verbranding door licht is verbleking van de toppen. Dit fenomeen treedt op wanneer wiettoppen te dicht bij krachtige lampen komen. Je hebt op internet vast wel eens foto’s gezien van spierwitte ‘albino’ wiettoppen. Het lijkt misschien alsof dit te danken is aan geavanceerde breeding met zeldzame genen, maar meestal is er gewoon sprake van verbleking.

Gezonde toppen hebben doorgaans een rijke groene kleur, soms met vleugjes oranje of paars, afhankelijk van de soort. Daarentegen zien verbleekte wiettoppen er onnatuurlijk wit uit. Bovendien tast de hitte de cannabinoïden in de hars aan. Dit zorgt ervoor dat de toppen hun sterkte verliezen. Maar ook qua geur en smaak schiet deze wiet tekort, want de terpenen die hier verantwoordelijk voor zijn, zijn zeer vluchtige stoffen die onder invloed van hitte snel afbreken. Kortom, verbleekte toppen scoren slecht op alle vlakken, terwijl gezonde toppen aromatisch en rijk aan kleur zijn.

  • Gele bladeren

Een ander symptoom van verbranding door licht is vergeling van het blad. Gele bladeren kunnen echter ook wijzen op een voedingstekort, zoals een stikstofgebrek. Het verschil zit 'm in het verloop:

  • Lichtverbranding: De vergeling begint bovenin de plant, waar de bladeren zich het dichtst bij de lamp bevinden. De blaadjes blijven echter stevig en komen niet makkelijk los.
  • Voedingstekort: De vergeling begint aan de onderkant van de plant. De bladeren verwelken en laten makkelijk los.

Het is belangrijk dat je het verschil kent, zodat je de oorzaak van vergeelde bladeren goed kunt aanpakken en zeker weet dat je niet de verkeerde behandeling kiest!

Een collage van twee cannabisplanten die
  • Ontwikkelingsachterstand

Lichtverbranding kan leiden tot een vertraagde groei vanwege de schade aan het fotosynthesesysteem. Bij verbranding door licht verliezen bladeren vocht, waarna ze verschrompelen en geel worden. Zonder water, structurele integriteit en chlorofyl kan er in de bladeren geen fotosynthese plaatsvinden. Dit zorgt voor een groeiachterstand bij de plant.

Uiteindelijk kan een vertraagde groei een aanzienlijke impact hebben op de oogst. Minder gezonde bladeren betekent minder energie voor de topontwikkeling, wat ten koste gaat van de omvang en kwaliteit van de opbrengst.

  • De symptomen overlappen met die van andere problemen

Het is tamelijk lastig om lichtverbranding te onderscheiden van andere veelvoorkomende problemen, maar je kunt op een aantal dingen letten:

  • Hittestress: Hittestress veroorzaakt vergelijkbare symptomen, zoals verwelkende en krullende bladeren, maar dan meer verspreid over de plant.
  • Teveel water: Dit leidt ertoe dat bladeren slap gaan hangen en geel worden, beginnend aan de onderkant van de plant.
  • Zogeheten ‘nutrient burn’: Symptomen hiervan zijn onder andere verbrande bladranden en punten. Het fenomeen gaat vaak gepaard met een donkergroene bladkleur en tast de complete plant aan, anders dan bij lichtverbranding.
Een collage van drie cannabisplanten met

Hoe kun je verbranding door licht bij wiet verhelpen?

Het eerste wat je moet doen, is zorgen voor meer afstand tussen je planten en je lamp. Je kunt je wietplanten verplaatsen of, als je de ruimte hebt, je lamp hoger hangen. Houd bij het verplaatsen rekening met de meest aangetaste delen van de planten. Je kunt er ook voor kiezen om minder groeilampen te gebruiken. Zolang je zorgt dat de verlichting voldoende is, kan dit geen kwaad.

Behoort het aanpassen van je lamp of het verplaatsen van je planten niet tot de mogelijkheden? Dan kun je er ook altijd voor kiezen om je wietplanten aan LST te onderwerpen. Met deze techniek kun je een grotere oogst krijgen, terwijl je de hoogte van je planten in toom houdt. Het idee is om de takken van de wietplanten allemaal op dezelfde hoogte te houden. Naarmate hun steel omhoog groeit, buig je deze naar beneden en bind je hem vast.

Probeer daarnaast de temperatuur in de ruimte te verlagen. Het is wel belangrijk dat je dit langzaam doet en zorgt dat de temperatuur niet te veel schommelt. Geef je planten de tijd om zich aan te passen. Bij elke verandering in de teeltomgeving of het medium, moet je zorgvuldig en geduldig te werk gaan. Hoe goed je het geven van water en voeding ook onder controle hebt; als de omgeving niet in orde is, zal dit uiteindelijk fataal zijn voor je planten.

Om de temperatuur beter onder controle te houden, kun je ventilatoren of airco gebruiken. Ventilatoren verhogen de luchtcirculatie en gaan de ophoping van warme lucht tegen, terwijl een airco zorgt voor zowel luchtcirculatie als de aanvoer van koele lucht. Dat laatste kan handig zijn als het te heet is in je kweekruimte.

Hoe voorkom je dat je planten teveel licht krijgen?

Laten we nu eens kijken hoe je kunt voorkomen dat je je planten overmatig veel licht geeft. Het belangrijkste daarbij is de afstand tussen je groeilamp en je wietplanten. Wat de ideale afstand precies is, hangt helemaal af van het type verlichting. Doorgaans bereiken binnenkwekers goede resultaten met een stroomverdeling van 400–600 watt per m².

Gebruik je metal halide (MH) of natrium hogedruklampen (HPS) uit deze vermogensklasse, probeer dan de volgende afstand aan te houden:

Een lijntekening van een slanke gloeilamp met een helder glazen buis, een metalen basis en verticale filamentlijnen, die vaak wordt gebruikt in binnentuinen voor plantverlichting.
400W: 30–50 cm (1–1.6 feet)
600W: 35–65 cm (1.1–2.1 feet)

Gebruik je liever leds, probeer dan het volgende aan te houden:

Een lijntekening van een peervormige gloeilamp met een doorzichtig glazen buis, metalen basis en een horizontale LED-lichtbron aan de binnenkant, die vaak wordt gebruikt in binnentuinen voor planten. 400W: 40–75 cm (1.3–2.5 feet)
600W: 60–65 cm (2–2.1 feet)


Je kunt ook een luxmeter gebruiken om te bepalen wat de beste positie van je lamp is. Met behulp van lux (lumen/m²) kun je de verlichting optimaal afstemmen en zorgen dat je planten zo goed mogelijk groeien. Tijdens de drie belangrijkste stadia van het groeiproces moet je proberen om het licht binnen bijbehorend luxbereik te houden:

Een lijntekening van een rechthoekige luxmeter met een cirkelvormige opening aan de bovenkant, het woord Zaailingfase: 5000 – 7000 lux
Groei: 15.000 – 50.000 lux
Bloei: 45.000 – 65.000 lux
  • De rol van reflecterende oppervlakken

Het gebruik van reflecterende oppervlakken, zoals Mylar of zwart-wit folie, verbetert de lichtverdeling. Hierdoor ontstaan er minder snel hete plekken en verklein je het risico op lichtverbranding op specifieke plantendelen. Ondertussen zorgt het ervoor dat je groeilampen efficiënter werken.

  • Het gebruik van een lichtmeter

Met lichtmeters, zoals een luxmeter of PAR meter, kun je de optimale positie van je groeilamp bepalen. Luxmeters meten het aantal lumen per vierkante meter en komen van pas als je de lichtintensiteit wilt weten. Daarentegen meet een PAR meter de fotosynthetisch actieve straling (PAR), waarmee je kunt zorgen dat het licht optimaal is voor de fotosynthese.

Deze tools werken net weer iets anders en zijn voor de gemiddelde kweker niet noodzakelijk, maar helpen wel om je teeltomgeving te optimaliseren en problemen als lichtstress te voorkomen!

Een hand die een lichtmeter vasthoudt naast een cannabisplant, met het digitale display van de meter dat een meting van 30.160 toont. De bladeren en de toppen van de plant zijn zichtbaar op de achtergrond.

Kunnen planten teveel licht krijgen?

Het is zeker mogelijk om wietplanten aan teveel licht bloot te stellen, vooral als je geen extra maatregelen neemt om ze te helpen zich aan te passen. Daarom gaan we nu dieper in op de optimale lichtcyclus, meer technische termen met betrekking tot het meten van licht, en waarom het belangrijk is dat je de ruimte in acht neemt voordat je een groeilamp koopt.

  • 18 uur- versus 24 uur-lichtcyclus

Hoeveel licht hebben je planten in de verschillende stadia van hun levenscyclus nodig? Fotoperiode wietplanten hebben tijdens de groei 18-24 uur licht nodig en tijdens de bloei 12 uur licht. Autoflowers kunnen het hele groeiproces onder 18-24 uur licht staan, want deze planten hebben geen lichtverandering nodig om te gaan bloeien.

Maar welke lichtcyclus kun je nu het beste kiezen voor de groeifase van fotoperiode soorten en het complete groeiproces van autoflowers?

Hier zijn de meningen sterk over verdeeld. Sommige kwekers zeggen de beste resultaten te behalen met een maximale lichtblootstelling, maar anderen zeggen dat het weinig uitmaakt. Omdat licht echter zorgt voor de fotosynthese en de fotosynthese bijdraagt aan de plantgroei, kan het best eens zo zijn dat je planten sneller groeien als je je lamp 24 uur per dag laat branden.

Waarom kiezen veel kwekers dan toch voor een andere strategie? Daar zijn twee redenen voor. Om te beginnen, kost het meer geld als je een lamp langer aan laat staan. Kweek je het hele jaar door binnen wiet? Dan vertaalt dit zich in een aanzienlijk hogere energierekening. Ten tweede betekent een verhoogde fotosynthese en een snellere groei dat je planten meer water en voeding nodig hebben. Laat je je lamp langer branden, dan moet je dus allerlei factoren aanpassen om in de veranderende behoeften van je planten in de verschillende stadia van het groeiproces te voorzien.

Meer over PPFD en luxmeters

Eerder hebben we luxmeters al even ter sprake gebracht. Deze apparaten meten het aantal lumen op een bepaald oppervlak, en hoewel sommige kwekers hier veel waarde aan hechten, geeft het geen compleet beeld. Waar ligt dat aan? Het heeft ermee te maken dat lumen een maatstaf is voor licht dat het menselijk oog kan waarnemen. Maar onze ogen nemen slechts een fractie van het lichtspectrum waar dat planten voor de fotosynthese gebruiken.

Om die reden meten veel wietkwekers liever de fotosynthetisch actieve straling (PAR), oftewel de fotonen die door planten in energie worden omgezet. Hiervoor wordt met een PAR meter de fotosynthetische foton fluxdichtheid (PPFD) gemeten. Dit speciale apparaat geeft inzicht in de hoeveelheid fotosynthetisch bruikbaar licht op een oppervlak van 1 vierkante meter per seconde (µmols/m²/s). Streef bij de plaatsing van je lamp naar een PAR niveau van 300–400 µmols/m²/sec.

  • Meer licht betekent een verhoogde behoefte aan andere inputs

Als je in korte tijd wilt zorgen voor een snellere groei, lijkt het logisch om gewoon een krachtigere lamp te gebruiken. Maar dit heeft ook zijn prijs, want een verhoogd metabolisme door een verhoogde fotosynthese betekent dat tevens in alle andere toegenomen plantenbehoeften moet worden voorzien, afgestemd op de PPFD. Dan moet je denken aan:

  • Meer voeding: Gebruik je krachtigere lampen, dan hebben je planten meer voedingsstoffen nodig, met name stikstof. Verhoog de wekelijkse dosering als je synthetische voeding gebruikt. Kweek je biologisch? In dat geval zijn vloeibaar zeewier en visemulsie geweldige opties.
  • Meer water: Het is zaak dat je de waterbehoefte van je wietplanten goed in de gaten houdt. Controleer je planten regelmatig op verlies van turgescentie en geef water wanneer je opmerkt dat de bovenste paar centimeter van het kweekmedium droog is.
  • Temperatuur en luchtvochtigheid aanpassen: Een sterkere lamp produceert meer warmte. Gebruik ventilatoren om overmatige hitte tegen te gaan en een luchtbevochtiger om te voorkomen dat de bladeren te droog worden.
  • Eventueel aanvullende koolstofdioxide: Als je krachtigere lampen gebruikt, kun je overwegen om extra CO₂ in je kweekruimte te pompen. Deze combinatie kan de weerstand van je planten verhogen, de groei bevorderen en resulteren in een betere oogst.
  • Stem de verlichting af op de ruimte

Al met al is het ook belangrijk om de verlichting goed op de kweekruimte af te stemmen. Kies een lamp die geschikt is voor de teeltomgeving. Bijvoorbeeld:

  • Kleine ruimte: gebruik een led van 200 watt.
  • Grotere ruimte: kies een sterkere lamp, zoals een led van 600 watt.

Gebruik je een lamp die te groot is voor de ruimte, dan zal dat je kweek geen boost geven. In plaats daarvan levert het je planten alleen maar stress op, met meer kans op verbranding of een onlesbaar verlangen naar water en voeding. Het is dus een kwestie van de juiste balans vinden tussen je ruimte, planten en mogelijkheden om ze te verzorgen.

Een grote binnenkweekruimte met rijen cannabisplanten onder fel licht, met ventilatoren en andere apparatuur.

Hoeveel licht heeft een wietplant nu echt nodig?

Wietplanten hebben fotonen nodig om te overleven, maar kunnen veel meer aan dan dat. Zoals we al zeiden, is het technisch gezien niet mogelijk om ze teveel licht te geven. Autoflowers en fotoperiode feminized soorten in de groeifase doen het prima onder een krachtige groeilamp die 24 uur per dag brandt, mits aan hun behoeften wat betreft voeding, verse lucht, water en luchtvochtigheid wordt voldaan. Dit is essentieel om tegemoet te komen aan de verhoogde metabole processen.

Voor de meeste thuiskwekers is het echter het belangrijkste om een balans te vinden tussen plantprestaties, energiekosten en plantgezondheid. Volg hiervoor gewoon onze tips met betrekking tot de lichtafstand, lux en PAR. Veel succes met het optimaliseren van je thuiskweek!

Ben je 18 Jaar of ouder?

De inhoud van RoyalQueenSeeds.nl is alleen geschikt voor volwassenen met de wettelijk geldende volwassen leeftijd.

Wees er zeker van dat je de wet kent van het land waar je woont.

Door op ENTER te klikken, bevestig
je dat je
18 jaar of ouder bent.